KUNSTPRINT A3 - ZOO Flamingo

De flamingo, Phoenicopterus roseus, leeft in het wild in grote kolonies van wel 20.000 paren bij zoutmeren en lagunes. De vogel gebruikt zijn 'schelle' stem om de groep bijeen te houden en om zijn jongen terug te vinden in die grote groepen. Het dier is te herkennen aan zijn roze verenkleed, dat hij krijgt door het eten van microscopisch kleine kreeftachtigen, algen, kleine visjes en kleine gewervelde dieren. Hij heeft een lange, dunne hals en een gebogen snavel die als een soort filter werkt. Dat betekent dat wanneer de flamingo zijn kop onderdompelt om voedsel te vangen, water en slib door de snavel worden gefilterd. Daarnaast 'stapt' de vogel tijdens het eten, omdat dat helpt het voedsel van de bodem los te maken.

In het wild wordt de flamingo tot ongeveer 40 jaar en heeft hij een typische hoogte van tussen de 120 en 145 cm.
De broedtijd duurt 27–31 dagen, waarin hij op zijn ene ei broedt. Het nest wordt van modder gebouwd en het jong wordt gevoerd met kropmelk, een afscheiding uit de slijmvliezen van de slokdarm.

Dat flamingo's soms op één poot staan, heeft meerdere oorzaken. Door slechts op één poot te staan houdt de vogel beter de warmte vast en krijgt hij tegelijkertijd rust. De manier waarop de flamingo zijn balans houdt, is dat het enkelgewricht op slot gaat, waardoor het been stabiel wordt en het gewicht zodanig verdeeld is dat hij niet omvalt.

Aangezien men in dierentuinen de flamingo's niet met kleine kreeftachtigen en algen mag voeren, wordt het kleurstof op een andere manier toegevoegd. Dit gebeurt door de flamingo's canthaxanthin te geven — een kleurstof die nauw verwant is aan het pigment bètacaroteen, dat ook in wortels voorkomt. In het begin kregen de flamingo's veel paprika, maar dat gaf niet genoeg kleur.

Alle kunstprints in de zoo-serie zijn ook verkrijgbaar in A4